Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Weet gij niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten [42]ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, dien gij gehoorzaamt, of [43]der zonde tot den dood, of [44]der gehoorzaamheid [45]tot gerechtigheid? 42. Dat is, om dien te gehoorzamen en uzelven te onderwerpen. 43. Dat is, der heersende zonde, gelijk voren. 44. Namelijk die gij God voor uwe verlossing schuldig zijt. 45. Namelijk om gerechtigheid te oefenen.